Vergrijzing in perspectief

De gemiddelde leeftijd in de TI
De gemiddelde leeftijd van werknemers in de TI branche is de afgelopen tien jaar toegenomen van 35,9 in 2002 naar 39,8 jaar in 2013. Dit is het gevolg van het  groeiende aantal 55-plussers. In de afgelopen 10 jaar verdubbelde het aantal 55-plussers van 9.830 naar 16.700. En de verwachting  tot 2018 is een verdere stijging naar 18.300.

De vergrijzing is dus nog lang niet ten einde ondanks dat de eerste groep van de babyboomers inmiddels met pensioen is. De groep die over twintig jaar 55-plus is, is zelfs bijna dubbel zo groot als de huidige.

De groep werknemers die nu rond de 42 jaar is bereikt over zo’n 20 jaar de pensioengerechtigde leeftijd. Tegen die tijd zullen er dus veel meer ouderen uitstromen dan de afgelopen jaren het geval was. De verwachting is dan dat over 20 jaar jaarlijks 4.500 ‘55-plussers’ de TI zullen verlaten. Pas daarna is de verhouding tussen ouderen en jongeren weer in het voordeel van de laatste.

Uitstroom door vergrijzing niet langer opgevangen door instroom jongeren
Dit betekent dat als de TI in werkgelegenheidsomvang gelijk wil blijven, er over 20 jaar 1.800 personen méér moeten instromen dan nu. Maar uit het verloop van de bevolkingspiramides blijkt dat er de komende jaren veel minder jonge mensen beschikbaar komen op de arbeidsmarkt. En gegeven het feit dat het de komende vijf jaar al niet lukt voldoende TI-schoolverlaters te vinden, zal de steeds groter wordende uitstroom van ouderen de komende jaren tot problemen leiden. De verhouding tussen jongeren t.o.v. ouderen is lang 3:1 geweest. Een percentage waarbij opvolging en doorstroming gegarandeerd was. Door de vergrijzing en de ontgroening (minder jongeren die instromen) is deze verhouding nu amper 1:1. Er zijn inmiddels zelfs al iets méér 55-plussers in de TI dan jongeren onder 25 jaar.

Prognose voor 2018
Voor de komende jaren wordt een opleving van de economie voorzien. Daarom is de verwachte instroom over de periode 2013-2018 weer wat groter. In 2018 zijn er waarschijnlijk ruim 14.000 personen nodig, waarvan  ruim 5.000 jongeren.

Maar vooral dit aantal jongeren zal als gevolg van het verwachte tekort aan gediplomeerden tegen die tijd niet beschikbaar zijn. Naar verwachting zal er in 2018 een tekort zijn van ruim  1.000 TI-opgeleide jongeren.

[kolom_einde]

Uitwijken naar andere opleidingen biedt voldoende perspectief voor (leerling) monteurs
De branche kan hier zelf iets aan doen door te proberen de wervingskracht richting schoolverlaters te vergroten. Ook de afgelopen jaren heeft de TI, met name voor de functies van leerling monteurs,  succesvol geworven onder jongeren van andere opleidingen dan de TI. Voor deze functies trekken de TI-bedrijven vooral vmbo-gediplomeerden aan die vervolgens via de bbl-route opgeleid worden tot monteur. Deze jongeren moeten  het vak nog leren en daarom letten de TI-bedrijven bij de selectie meer op hun motivatie dan op de precieze opleidingsrichting die ze op het vmbo gevolgd hebben. Naar verwachting biedt dit ook voor de komende jaren voldoende soelaas voor de functies van (leerling)monteurs.   Er worden daarom   in de meeste regios voorlopig geen tekorten aan monteurs verwacht.

“Dit betekent dat als de TI in werkgelegenheidsomvang gelijk wil blijven, er over 20 jaar 1.800 personen méér moeten instromen dan nu.”

Voor technici op mbo-4 niveau ligt dit duidelijk anders
Voor de technici op mbo-4 niveau is het uiteraard veel lastiger om uit te wijken naar  jongeren uit andere opleidingen . Hier dreigen de tekorten eerder groter dan kleiner te worden. De oplossing kan waarschijnlijk alleen gerealiseerd worden via een combinatie van maatregelen.  Een hiervan is het opscholen van monteurs van niveau 2 en 3 naar  de meer gespecialiseerde monteurfuncties en de functies van werkvoorbereider, planner, etc. Dit kan waarschijnlijk in grotere mate gebeuren dan nu het geval is. Daarbij zouden juist  ervaren, oudere monteurs een zinvolle bijdrage kunnen leveren,  Daarnaast zijn er maatregelen nodig om de aantrekkelijkheid van het werk en het werken in de TI-branche te vergroten en beter over het voetlicht te brengen. De gediplomeerde technici waar het hier om gaat kunnen na hun mbo-4 opleiding immers in veel meer branches terecht. Het werk slimmer, en dus door de mensen zelf laten organiseren past hier goed in. Het mes snijdt hier aan twee kanten: de wervingskracht van de TI wordt vergroot en bovendien wordt de binding van de werknemers aan de branche bevorderd.