Het belang van hbo-schoolverlaters voor de branche

Hbo’ers zijn voor specifieke functies belangrijk voor de TI. Er zijn echter al jaren moeilijk vervulbare vacatures op hbo-niveau, ook tijdens de recessiejaren. Toch studeren er voldoende hbo’ers af met een TI-opleiding. Maar de vacatures die openstaan zijn bijna altijd voor hbo’ers met ervaring die direct aan de slag kunnen. Hieruit blijkt dat er sprake is van een aansluitingsprobleem. De afgestuurde hbo’ers vinden geen werk en de bedrijven met vacatures voor ervaren hbo’ers vinden geen kandidaten.

Uit onderzoek dat ITS in opdracht van OTIB heeft uitgevoerd blijkt dat het de bedrijven die liever geen pas afgestuurde hbo’ers aannemen ontbreekt aan (opleidings)faciliteiten om de afgestudeerde hbo’ers het bedrijf te laten instromen. De bedrijven geven daarbij aan dat aanvullende scholing en begeleiding noodzakelijk is omdat het pas afgestuurde hbo’ers ontbreekt aan een aantal belangrijke competenties.

Aanvullende scholing en begeleiding

De meeste bedrijven in het onderzoek die wel pas afgestuurde hbo’ers aannemen bieden   hen begeleiding of scholing. Slechts zeven procent van de hbo-schoolverlaters heeft geen aanvullende opleiding of begeleiding gehad bij indiensttreding. Deze scholing vindt soms intern plaats, maar vaak wordt dit extern gevolgd bij een hbo-instelling of een extern opleidingsinstituut. Bij twee derde van de bedrijven krijgen de hbo-schoolverlaters aanvullende opleiding of bijscholing. Dit is vaak op initiatief van het bedrijf en valt ook voor hun rekening. De aanvullende scholing betreft vooral specialistische vakkennis, management en projectmatig werken, markt- en praktijkkennis en specifieke kennis voor producten en processen.

De afgestudeerden geven zelf ook aan het minst tevreden te zijn over de aansluiting tussen opleiding en werk als het gaat om vakspecifieke kennisgebieden. De hbo-schoolverlaters zijn over het algemeen wel tevreden over de aansluiting van de algemene competenties van de studie, met uitzondering van de sociale vaardigheden. Minder dan de helft van hen vindt dat de opleiding ze daar voldoende op heeft toegerust.

Naast aanvullende scholding is begeleiding op het werk een belangrijke component van het inwerktraject van de hbo’ers. De inpassing van hbo’ers is vaak een kwestie van ‘ingroeien’ in het bedrijf en de functie. In de praktijk blijkt wat de hbo’er wel en nog niet kan. Door ‘training on the job’, in-company opleidingen, bedrijfsgerichte cursussen en stages op diverse afdelingen worden de hbo’ers ingewerkt. Vrijwel alle hbo’ers krijgen dergelijke begeleiding en ze zijn hier meestal tevreden over.

Aandachtspunten voor de branche

Ondanks deze inspanningen van een deel van de bedrijven blijven er hbo- afgestudeerden over die geen baan kunnen vinden in een TI-bedrijf. Om deze aansluitingsproblemen op te lossen zijn er in het onderzoek een aantal  aandachtspunten geformuleerd die de overgang van opleiding naar werk kunnen versoepelen.

[kolom_einde]

Uit het onderzoek blijkt dat TI-bedrijven de interne begeleiding bij voorkeur zelf vorm geven. De inpassing van algemeen geschoolde hbo’ers betreft namelijk vooral de specifieke processen en praktijken binnen een bedrijf. Bij aanvullende scholing kunnen externe partijen wel een rol spelen.

Maar verbetering van het contact tussen TI bedrijven en hbo-opleidingen zou er wel voor kunnen zorgen dat er meer aandacht komt voor specifieke branchekennis en de algemene competenties. Veel TI bedrijven hebben al contacten met de scholen voor stages en afstudeerprojecten. Dit zou uitgebreid kunnen worden met regelmatig overleg om de specifieke kenniscomponenten die voor de TI branche van belang zijn bij de opleidingen op peil te houden en om het signaleren van ontbrekende competenties van de hbo’ers bespreekbaar te maken.

“De inpassing van hbo’ers is vaak een kwestie van ‘ingroeien’ in het bedrijf en de functie. In de praktijk blijkt wat de hbo’er wel en nog niet kan.”

De hbo-instellingen kunnen ook een aantal elementen van het inpassingtraject van hbo’ers in TI bedrijven voor hun rekening kunnen nemen.

De brancheorganisaties en scholingsfondsen zouden instrumenten kunnen ontwikkelen om TI-bedrijven te helpen hbo’ers te laten instromen. Niet alle TI-bedrijven hebben voldoende tijd, middelen en faciliteiten om daarbij alles zelf goed te doen. Daarnaast zou ook de loopbaanontwikkeling van hbo’ers als thema op de agenda kunnen komen van zowel bedrijvenplatforms als platforms voor overleg tussen bedrijven en scholen.

In TI gespecialiseerde detacheerders zouden ook een rol kunnen spelen bij de versoepeling van instroom en ontwikkeling van loopbaanmogelijkheden. Deze detacheerders hebben immers veel hbo’ers in dienst. Ze kunnen via hun klantenkring hbo’ers loopbaanmogelijkheden bieden in een breed spectrum van werkgebieden. Ook hebben ze vaak ook contacten met de opleidingen waardoor zij een rol kunnen spelen bij versoepeling van instroom.

Nieuwe hbo’ers dragen met hun nieuwe kennis vaak bij  aan de verbetering van de organisatie en de versterking van de marktpositie binnen een bedrijf. De branche zou dit bij de TI-bedrijven meer onder de aandacht kunnen brengen.