Investeren in jonge werknemers noodzakelijk

Steeds minder TI-leerlingen worden opgeleid in een bedrijf.
Augustus en september zijn de belangrijkste maanden voor het aanmelden van BPV-plaatsen. Afgaande op voorgaande jaren is na deze maanden het grootste deel van de startende BPV’ers aangemeld.

Hoewel het aantal aanmeldingen voor het 2011-2012 nog niet helemaal compleet is, blijkt dat het aantal aanmeldingen met 4.369 nu al bijna een kwart minder is dan het schooljaar hiervoor waarin er 5.602 BPV plaatsen werden aangemeld. En dat was toen al 10% minder dan het schooljaar daarvoor (2009-2010). In twee jaar tijd is het aantal startende BPV’ers dus met 30% gedaald.

Ook het aantal lopende BPV-plaatsen daalt. Het aantal lopende BPV’s in het MBO is tot het tweede kwartaal 2011 sterk gedaald. Waarschijnlijk een gevolg van de ontwikkeling dat in 2009 het aantal startende BPV’s al begon te dalen. Omdat de looptijd van de meeste BPV plaatsen twee jaar is, zien is de daling nu terug te zien in het aantal lopende BPV’ers.

Het aantal startende BPV’ers is lang gerelateerd aan de werkgelegenheid per regio in de TI. Maar de laatste jaren lijkt deze samenhang te verdwijnen. Het aantal BPV- plaatsen daalt veel harder dan de werkgelegenheid. Al verschilt dit wel per regio.

Dit wijst erop dat bedrijven minder nieuwe BPV’ers aannemen. Dit is mogelijk te wijten aan de economische crisis.

Minder leerbedrijven, minder BPV-plaatsen
Bedrijven die BPV-plaatsen willen aanbieden worden op een aantal kwaliteitscriteria beoordeeld door Kenteq. In het schooljaar 2010-2011 is 56% van alle 8.759 TI-bedrijven een erkend leerbedrijf. Echter, van deze 56% is maar 30% ook daadwerkelijk actief als leerbedrijf. De andere 26% van de bedrijven mag wel leerplekken aanbieden, maar doet het niet. Samen met de 44% van de bedrijven dat helemaal geen leerbedrijf is, betekent het dat er op dit moment in 70% van de TI-bedrijven geen leerplekken worden aangeboden.

Afgaande op de Colo-barometer, waar de leerbanenmarkt en stageplaatsen is af te lezen, is het aanbod van leerplaatsen (BPV) in de installatie, elektro en metaaltechniek momenteel wel voldoende. In ieder geval toereikend voor het aantal leerlingen dat nu een stageplaats nodig heeft. Bovendien worden in deze barometer TI-opleidingen genoemd bij kansrijke beroepen. De BPV-ontwikkelingen voor de TI lijken dus niet slecht te zijn. Vraag en aanbod van en naar stageplaatsen in de TI zijn volgens de Colo-barometer in evenwicht. Dat het totale aantal BPV-plaatsen dan toch daalt, ligt dan misschien niet zozeer aan de aanbodkant van stageplaatsen maar aan het aanbod van leerlingen.

Minder leerlingen
De landelijke trend is een forse afname van het aantal VMBO-leerlingen. Dit geldt ook voor de leerlingen aan TI-opleidingen. Het aanbod van leerlingen loopt dus wel degelijk terug. Maar omdat ook het aantal BPV-plaatsen dat wordt aangeboden daalt, lijkt er momenteel toch een evenwicht te zijn tussen BPV-plaatsen en het aanbod van leerlingen. Toch zijn er TI-bedrijven die melden dat ze moeite hebben met het vinden van leerlingen voor hun BPV-plaatsen. Anderzijds zijn er ook geluiden vanuit ROC’s te horen dat ze moeite hebben leerlingen te plaatsen omdat bedrijven vanwege de economische recessie minder BPV plaatsen aanbieden.

[kolom_einde]

Dit blijkt ook uit de bedrijvenenquête van OTIB; terugtrekken van BPV-plaatsen is één van de maatregelen die bedrijven noemen om het hoofd te bieden aan de recessie.

Matchingsproblemen
Ondanks een schijnbaar evenwicht op de vraag en aanbodmarkt van BPV-plaatsen zijn er toch leerlingen die aangeven geen BPV-plaats te kunnen vinden. Daarnaast zijn er ook nog steeds bedrijven die melden dat ze hun BPV-plaatsen niet gevuld krijgen. Dit kan wijzen op een, al dan niet regionaal, matchingsprobleem tussen leerlingen en leerplekken.

“Terugtrekken van BPV-plaatsen is één van de maatregelen die bedrijven noemen om het hoofd te bieden aan de recessie”

Om te voorkomen dat er leerlingen buiten de boot dreigen te vallen en om er voor te zorgen dat de TI geen leerlingen misloopt, is OTIB is een onderzoek begonnen naar deze matchingsproblemen. Dit onderzoek is van belang om een tekort aan leerling-monteurs in de komende jaren te voorkomen.

OTIB projecten
Naast dit onderzoek heeft of ondersteund OTIB een aantal regelingen en projecten om bedrijven te ondersteunen bij het begeleiden van BPV-leerlingen. Per leerling is via OTIB een opleidingsvergoeding te verkrijgen. Deze BPV-regeling is onlangs zelfs tijdelijk verruimd. Bedrijven die zich willen aanmelden als leerbedrijf kunnen dit aangeven via Kenteq. Bedrijven die op een bijzondere manier werk maken van het opleiden van leerlingen komen in aanmerking voor het predicaat Excellent Leerbedrijf.

Voor praktijkopleiders heeft Kenteq de cursus Ze zappen, chatten, gamen en leren; onlangs verbeterd na aansluiting bij de resultaten van TechKnow, het trendrapport over jongeren van nu. De cursus is bestemd voor praktijkopleiders die hun kennis over de aanstormende generatie vakmensen willen vergroten en willen leren hoe zij beter met hen kunnen omgaan. Deze cursus wordt 100% vergoed voor aangesloten bedrijven. Daarnaast biedt OTIB met het platform Coach Online praktische ondersteuning van leermeesters bij de bedrijven. Met o.a. tips van topsport coaches, vraagbaak met tips en trucs over het leermeesterschap, en handige checklists voor bijvoorbeeld beoordelingsgesprekken.

OTIB heeft samen met UNETO-Vni en met de groot- en kleinmetaal, de MBO-raad en de ROC’s gewerkt aan de doorontwikkeling van het BPV-protocol. Dit is een overzicht van de taken van leerbedrijf, leerling en school gedurende de beroepspraktijkvorming. Er wordt een stichting beroepsonderwijs bedrijfsleven opgericht om afspraken te maken over bovensectorale aspecten van kwalificering, examinering en beroepspraktijkvorming. Zie hierover ook het beleidsplan ‘Elk Talent Telt 2012-2014’