Het totale aantal werknemers in de TI is tussen 2008 en 2015 met vijftien procent gedaald. Vanaf 2015 neemt het aantal werknemers in de TI weer toe: in het derde kwartaal van 2019 ligt het aantal TI-werknemers twaalf procent hoger dan in 2015. De toename in 2018 ten opzichte van 2017 bedraagt vier procent (een groei van 4.915 werknemers): de grootste toename na de economische crises. In 2019 is het aantal werknemers met 3.665 toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor.
De werknemers in de TI zijn vooral fulltime werkende autochtone mannen. Het aandeel vrouwen in de TI is in de periode 2000-2019 met twee procent gestegen (van 9% naar 11%).
Van de monteurs in 2019 is drie procent een vrouw, in 2000 was dit één procent. In administratieve ondersteunende functies en onder personeelsfunctionarissen komen meer vrouwen voor dan mannen (in de respectievelijke functies is 79% en 77% vrouw). In alle overige functies in de TI zijn vrouwen veruit in de minderheid.
Onder personeelsfunctionarissen is het percentage vrouwen het hardste gestegen; van 50 procent in 2000 naar 78 procent in 2019.
In de periode 2000-2014 is het aandeel werknemers in de TI dat jonger is dan 25 jaar gedaald van twintig naar twaalf procent. De laatste vijf jaar neemt het percentage werknemers jonger dan 25 jaar zeer gestaag toe, naar dertien procent in het derde kwartaal van 2019.
Het aandeel werknemers in de TI in de leeftijdscategorie ‘55 jaar of ouder’ is in de periode 2000-2019 toegenomen van zes naar achttien procent.
De gemiddelde leeftijd is gestegen van 35 jaar in 2000 naar 41 jaar in 2019.
Het aandeel parttimers in de TI is in de periode 2000-2019 gestegen van elf naar negentien procent. De stijging van het aandeel parttimers doet zich zowel voor bij mannen als bij vrouwen:
Het percentage parttimers onder mannen is in 2019 toegenomen tot twaalf procent, 2,5 procentpunt meer dan in 2018;
In 2019 heeft drie kwart van de vrouwen in de TI een parttimefunctie, bijna vier procentpunt meer dan in 2018.