Vakmanschap van TI-monteurs: kwestie van willen en kansen geven

Twee derde van de TI-werknemers is monteur.  Van de circa 120 duizend werknemers in de technische installatiebranche is ongeveer tweederde deel werkzaam als monteur; dat zijn er dus ongeveer 80.000.  In totaal telt de Nederlandse economie echter 200-250 duizend monteurs.  Er werken dus ook veel monteurs in andere branches en sectoren. Vrij veel monteurs zijn werkzaam  in de technische reparatie en in de technische fabricage. Dit zijn andere branches van de technische keten waar de technische installatie onderdeel  van is.  Andere sectoren met vrij veel monteurs  zijn de metaalindustrie, de energiesector en de sector telecommunicatie.

Meeste TI-monteurs hebben het vak geleerd via de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Veel TI-monteurs leren het vak voor een belangrijk deel in de praktijk, namelijk via de beroepsbegeleidende leerweg van het mbo (bbl).  Na hun vmbo-opleiding sluiten zij een leerarbeidsovereenkomst met een TI-bedrijf. Zij komen dan als leerling-monteur bij dit bedrijf in dienst en gaan vervolgens vier dagen per week werken en een dag per week naar school, naar een ROC.De meeste leerlingen beginnen hun opleiding tot monteur op niveau 2.Lang niet alle leerlingen gaan na het behalen van hun niveau 2 diploma direct fulltime werken. Ruim de helft  gaat daarna nog een vervolgopleiding doen.  Dat is meestal opnieuw een TI-opleiding, en dan op een hoger niveau.

Vmbo-TI is een pre, maar TI-bedrijven selecteren leerlingen vooral op motivatie. Als ze nieuwe leerling-monteurs aantrekkenletten de meeste TI-bedrijven eerst en vooral op de motivatie van kandidaten. Een opleiding vmbo-TI vinden de bedrijven wel bijna allemaal een pre, maar het is lang niet in alle gevallen een harde eis. In de praktijk blijkt ook maar ongeveer de helft van de leerling-monteurs een vmbo-TI opleiding gehad te hebben. De andere helft heeft wel vaak – maar niet altijd –  een verwante technische vmbo opleiding gevolgd, bijvoorbeeld een techniekbrede opleiding of een metaal opleiding.

Motivatie belangrijker dan talent? De nadruk op motivatie bij de selectie van leerling monteurs – de vakmensen van de toekomst –  past goed bij een  nieuwe kijk op vakmanschap, waarin de geleidelijke ontwikkeling ervan in de praktijk en door het werk zelf centraal staat*.

[kolom_einde]

Vakmanschap  staat of valt in die visie met de intrinsieke motivatie om goed werk te leveren. Mensen hebben allemaal wel min of meer  de capaciteiten om goed werk te kunnen leveren, maar ze verschillen in motivatie.  De motivatie om goed werk te willen leveren en het doorzettingsvermogen om je de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden eigen te maken, zijn vaak belangrijker dan je talenten of capaciteiten. Trots zijn op je werk en op je kennis en kunde zijn dan ook nauw  met vakmanschap verbonden. Die beroepstrots neemt toe naarmate meer en langere tijd geïnvesteerd is om vakkennis en  vaardigheden te ontwikkelen. Vakmanschap moet als het ware “rijpen” en dit betekent dat er  tijd nodig is voor uitproberen, (aan)leren, oefenen en reflecteren. Het binnenhalen van goed gemotiveerde leerlingen is één ding, maar het is zeker zo belangrijk ervoor te zorgen dat hun motivatie gevoed en gestimuleerd blijft worden.

 Wisseling van werk kan vakmanschap verbreden en verdiepen. Elk jaar veranderen veel  monteurs  van baan en bedrijf. Een deel van hen stapt van het ene naar het andere TI-bedrijf over. Een ander deel stapt over van een bedrijf in de TI naar een bedrijf in een andere branche of sector of, omgekeerd, van een bedrijf in een andere branche of sector naar een TI-bedrijf. Bij dergelijke wisselingen  komen de betreffende monteurs in nieuwe werksituaties (en leersituaties!) terecht, die hen nieuwe mogelijkheden kunnen bieden om  hun kennis en kunde te verbreden of te verdiepen.

Mobiliteit kan ook positief uitwerken voor de (bedrijven in de) TI-branche. TI-bedrijven zijn niet blind voor de nadelen van mobiliteit van hun monteurs. Maar ze zijn zich ook goed bewust van de positieve effecten. De meeste TI-bedrijven zien als voordelen dat ze op deze manier monteurs met nieuwe vakkennis in huis kunnen halen, en dat ze zodoende nuttige contacten kunnen krijgen of leggen met andere bedrijven en marktpartijen.

*Zie de publicatie van Richard  Sennett  The craftsman uit 2008.

 

Auteur: Harry van den Tillaart