Positionering TI-bedrijven: nu en in de komende jaren

Diverse studies laten zien dat er ook in de komende tijd goede kansen en perspectieven voor technische installatiebedrijven zullen blijven. Om deze kansen te verzilveren zullen installatiebedrijven op de ontwikkelingen en trends moeten inspelen, zowel vaktechnisch al organisatorisch binnen hun bedrijf.

Veel installatiewerkzaamheden zijn bouw gerelateerd. Ruim driekwart van de werkzaamheden van de technische installatiebranche zijn gerelateerd aan de bouw. Het gaat daarbij vooral om de aanleg van elektrische en elektrotechnische installaties, alsmede om de installatie van sanitair, verwarmings- en luchtbehandelingsapparatuur. Op deze markt treden de TI-bedrijven vaak als onderaannemer van de bouwhoofdaannemer op. Daarnaast is een deel van de TI-bedrijven actief op de markt van de industriële procesinstallatie.

Recessie raakt technische installatie hard. De recessie van de afgelopen jaren heeft met name de bouwsector sterk getroffen en daarmee ook de technische installatiebranche. De gevolgen zijn duidelijk zichtbaar in de personele capaciteit van de TI-branche. In eerste instantie is vooral de flexibele schil – bestaande uit uitzendkrachten, zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel) en werknemers met tijdelijke contracten – sterk ingekrompen, maar inmiddels heeft de recessie ook steeds vaker gevolgen voor de vaste kern van het personeelsbestand van de TI-bedrijven. Het aantal TI-werknemers met een vast of tijdelijk contract is van bijna 140.000 in 2008 inmiddels terug gelopen naar weinig meer dan 120.000 op dit moment.

Nieuwe ontwikkelingen bieden kansen. Diverse studies laten echter zien dat er ook in de komende tijd goede kansen en perspectieven voor technische installatiebedrijven zullen blijven. Een aantal ontwikkelingen – denk bijvoorbeeld aan: het steeds grotere accent op milieu en duurzaamheid , individualisering en maatwerk, nieuwe oplossingen om de gevolgen van het groeiend aantal ouderen op te vangen – bieden (nieuwe) kansen en uitdagingen voor de technische installatiebranche.Vooral op het snijvlak met andere sectoren zoals energie (slimme en duurzame energievoorziening) en zorg/welzijn (domotica, comfort en luxe) ontwikkelen zich nieuwe perspectieven en markten voor TI-bedrijven. In deze markten is het aandeel installatie in het totaal van de werkzaamheden – meestal aangeduid als de installatiequote –vaak hoger. Dit biedt TI-bedrijven mogelijkheden om een grotere of een meer centrale rol in het bouwproces te spelen, namelijk niet alleen – zoals nu nog vaak het geval is – in de uitvoerende fase, maar ook al in of zelfs vanaf de ontwerpfase.

Kwaliteitsstrategie of kostenstrategie. In de studies worden verschillende toekomstbeelden voor de TI geschetst, met een verschillende positionering van TI-bedrijven op afzetmarkten en in de keten. TI-bedrijven kunnen kiezen tussen een kwaliteitsproductie met een hoge toegevoegde waarde en een capaciteitsproductie met een lage toegevoegde waarde, ofwel tussen concurreren op kwaliteit of op (loon)kosten.

[kolom_einde]

De keuze voor een kwaliteitsstrategie houdt in dat bedrijven inzetten op een innovatieve en flexibele organisatie van het bedrijf en de arbeidsprocessen. En dit impliceert tevens een keuze voor kwaliteitspersoneel: multi-inzetbare, betrokken en “ondernemende” vakmensen. Ook in de toekomst blijft er ruimte voor TI-bedrijven om in te zetten op een capaciteitsstrategie, maar de TI-branche als geheel zal zich beter en sterker op de afzetmarkten kunnen positioneren naarmate meer bedrijven inzetten op een kwaliteitsstrategie.

Ondernemerschap en vakmanschap zijn bepalend. Om de kansen te verzilveren zullen installatiebedrijven op de ontwikkelingen en trends moeten inspelen en inhaken, niet alleen met hun vaktechnische producten en systemen, maar ook met de wijze waarop ze hun markt tegemoet treden, hun bedrijf organiseren en hun personeel toerusten, inzetten en benutten. Adequaat reageren op kansen in de markt vereist in de eerste plaats visie en ondernemerschap. Wat dit laatste betreft geeft de term entrepreneurship van Schumpeter beter aan waar het hier om gaat. Schumpeter beschouwt de innovatieve kracht van entrepreneurs – doordat ze het inzicht/intuïtie en lef hebben om materialen of technieken tot iets nieuws te combineren (neue combinationen) en op die manier verouderde producten of productiemethoden verdringen (creatieve destructie) – als bron van economische vernieuwing en daarmee als een probaat middel om recessies te overwinnen. Het verzilveren van kansen vraagt daarnaast ook veel vakmanschap – met inbegrip van een klantgerichte instelling – op uitvoerend niveau omdat het niet alleen een kwestie is van verkopen, maar met name ook van waarmaken wat de klant beloofd is.

Aanzetten in deze richting aanwezig. De TI-branche is hier ook al mee bezig. Veranderingen in het personeelsbestand laten dit zien. Het aantal TI-werknemers met een mbo-4 of hbo opleiding is van amper een derde deel in 2002 toegenomen naar ruim de helft op dit moment. En het aantal ontwerpers/engineers is gestegen van 1.975 in 2002 via 2.725 in 2008 naar 3.250 in 2013. Ook tijdens de recessie is dit dus doorgegaan. Terwijl het totaal aantal werknemers in de TI-branche in de periode 2008-2013 vrij fors is gekrompen blijkt het aantal engineers en planners/werkvoorbereiders in de periode 2008-2013 (verder) te zijn gestegen. Tevens zijn de laatste jaren meer TI-bedrijven zich gaan oriënteren op andere of nieuwe werkzaamheden en activiteiten, binnen de eigen branche en ook daarbuiten.

 

Auteur: Harry van den Tillaart

Oktober 2014